4/03/2017 - WulderHub and the Day After Tomorrow
Peter Hinssen strikes again. Tijdens een zeer gesmaakt event van Nexxworks in Gent twee weken geleden gaf hij een snoeiende wake-up call voor wat komen gaat. Kersjes op de taart waren een sneak preview van zijn boek-in-wording (“The Day After Tomorrow”) en de lancering van “WulderHub”, een Facebook pagina om – uiteraard in netwerk ! – na te denken over disruptieve veranderingen in the pipeline.
Het event bracht een resem stukjes van de toekomstpuzzel op tafel. Twee ervan schuif ik alvast netjes in elkaar. Beiden gaan over de weerstand die toekomstschokkken bij veel omstanders oproepen:
1. Technology and free will: a societal evolution
Marlené Naicker (Amsterdam) posted on WulderHub:
We are really in unchartered waters. Automation, Artificial Intelligence, connected devices… immersing themselves in our lives. I am vacillating between this incredible future of our societal evolution and on the other, the possibility of losing the very thing which makes us singularly individualistic from each other (Free will!).
Is there a 'sweet spot' - where we can have the best of both worlds?
Make time and think about behavioral science !
(This is more or less what I posted in reply: )
One approach to this problem – not the only one – is to "counterbalance" the technological development and all these new possibilities with explicit components of behavioral science. The technological world is engineered and rational. But the way we perceive these evolutions and decide what to do with them is not rational and linear at all.
Two main parts of our brain take decisions: the rational neo-cortex comes only in second place, because we always think and decide first with our limbic system (= our "gut feeling" or "instincts"). The most important decisions in our lives, such as choosing our partner, are non-rational: we don’t decide whom to spend the rest of out live with, based on a balanced scorecard or needing a master degree.
The perception of "the day after tomorrow" and the gizmos and technologies that come with it, give most of us an uncomfortable "gut feeling". That is normal and should be respected, not oppressed or taken lightly. Dealing with these feelings is part of the change process we all have to go trough.
Three actions could help to overcome these mental barriers:
1. Take into account and learn more about these mechanisms of behavioral science. Come too grips with the fact that this is a kind of "fuzzy" science; not as "rational" or "engineered" as what we are used to.
2. Apply the first principle of behavioral science and respect the (five) steps of change. The first two of them deal with resistance to change: (a) make time to get acquainted with the new reality and (b) mentally adapt to a new way of life.
Obviously, the technological (r)evolution is so fast we often feel "we have no time to adapt". Nevertheless we have to make time for more storytelling, showing realistic scenario’s of the future and let people “play” with prototypes or simulators. It will give them the chance to vent their fears and slowly come to grips with them;
3. The most important thing to do is to include human values and priorities in the concepts and projects we develop. It will bring us a more holistic view on "the day after tomorrow".
An example to explain what I mean: we know that the gap between "rich and poor" or "high- vs. low-educated" populations is growing. This will become a serious threat to the future society if we don't do anything about it.
Technology can either increase OR decrease this gap. But what do we do about it? More specifically: if we develop technological stuff that will decrease the gap, our limbic system will perceive the innovations as much less threatening and more acceptable. We “prefer” stuff that is not only good for our personal wellbeing but also for society or the environment.
2. Ongeoorloofd gebruik van data ?
Tijdens de iCare meeting in Antwerpen waarschuwde Leon Luyten voor commercieel / ongeoorloofd gebruik van data die patiënten gaan genereren via telemonitoring (“De Meetbare Mens”). Samengevat: hij wees op het gevaar dat gegevensstromen worden afgeleid naar bedrijven die de data gebruiken om profielen te maken en voor grof geld te verkopen. Uit allerhande enquêtes blijkt dat de patiënten wel hun gegevens willen delen, maar dat ze ook zelf willen beslissen met wie dat gebeurt. Ze willen dat ook transparant kunnen opvolgen. Het verborgen gebruik van gegevens – zeker door Amerikaanse bedrijven – kan het vertrouwen ondermijnen.
De coördinator van de ombudsdiensten op het FOD wees ook op het toenemend aantal klachten van patiënten die niet beseffen dat ze hun ‘informed consent’ gegeven hebben in een zorginstelling.
Een gebrek aan vertrouwen zal de weerstand flink doen toenemen, ten koste van bepaalde patiënten populaties die wel degelijk belang hebben bij meer gegevensdeling.
In die context is een contractuele bepaling dat leveranciers hun gegevens in Europa moeten stockeren, niet voldoende. De overheid moet niet alleen reglementair ingrijpen, ze moet ook de infrastructuur aanbieden voor de opslag van deze persoonlijke gegevens. Zodanig dat de keten “sensor – device – opslag” los staat van de leverancier van het device of de app.
De kans dat gegevens die commercieel worden verhandeld, toelaten een persoon te “catalogeren” is reëel. In de VS krijgen bedrijven nu al korting op verzekeringen voor hun werknemers als ze die kunnen overtuigen om zich 24/24 en 7/7 te voorzien van de nodige sensoren om te kunnen monitoren of ze wel een gezonde levensstijl hebben….
Verbeter de wereld, begin bij jezelf !
( Dit is wat ik hierop antwoordde : )
Zowel het correcte gebruik als het voorkomen van eventueel misbruik van app’s en mobile health / telemonitoring devices zal sowieso moeilijk of onmogelijk waterdicht gemaakt kunnen worden. Je houdt die exploderende markt niet tegen. Maar artsen en apothekers kunnen wel heel veel doen om het gebruik van mobile health in goede banen te leiden.
1. Om te beginnen moeten we goed advies geven aan patiënten en hen de weg wijzen naar de best mogelijke oplossingen en/of deze zelf aanbieden. Zonder alternatief, zal de burger eender wat kopen of gebruiken. De apotheek zal zeker niet de enige plaats zijn waar mensen devices zullen kunnen aanschaffen, maar we moeten in elk geval ervoor zorgen dat de eerste plek wordt (“top of mind”) waar een valabel aanbod aan degelijke “mobile tools" klaar staat.
Zowel pro-actief spontaan en duidelijk communiceren naar het brede publiek, als reactief een degelijk antwoord geven wanneer consumenten of patiënten vragen stellen. Geen waarschuwend vingertje voor mogelijke problemen en misbruik, maar positief en concreet de weg wijzen naar de best mogelijke oplossingen.
Uiteraard gaat het dan niet alleen over de technische aspecten. We moeten als zorgberoepen zelf de nodige garanties kunnen geven waar data opgeslagen worden en voor welke doeleinden ze (in alle transparantie) gebruikt worden.
2. We kunnen onmogelijk het hele marktaanbod evalueren. Gezien het internationale karakter en de snelle expansie van de mobile health markt, zullen de (koepels van) zorgberoepen en farmaceutische groothandelaars sowieso over de grenzen heen moeten samenwerken. Ook hier moeten we niet passief afwachten tot “anderen” (of “de overheid” / “Europa”) dat voor ons doet.
We hebben dus nood aan een soort “Farma / Medical Appstore”, waar we voortdurend een selectie van de meest geschikte en betrouwbare producten en oplossingen “scouten” en aanbieden. Geen TestAankoop toestanden, maar wel een platform (netwerk samenwerkingsverband !) waar de stakeholders, met boeren gezond verstand en een voortschrijdend inzicht de nodige competenties bundelen om een goed geselecteerd productaanbod ter beschikking te stellen, klaar voor gebruik.
3. Een goed mobile device is even belangrijk als een goed geneesmiddel kiezen, aanraden of voorschrijven. Voor medicatie laten we de patiënt ook niet aan zijn lot over; wel in tegendeel.
Maar vergeleken met de snelheid waarmee geneesmiddelen onderzocht en geregistreerd worden, gaat de ontwikkeling en de levensloop van medical devices razendsnel. We moeten dus de reactiesnelheid vergroten en ook de “kwaliteitslat” anders hanteren.
Het is vloeken in de kerk — zeker in de medische en academische wereld — maar in deze markt geldt “Speed beats perfection”. Het is belangrijker om snel een “behoorlijk goed” waardeoordeel te geven, dan traag een perfecte evaluatie. Het wordt dus kwestie van ons mentaal en organisatorisch aan te passen. De overheid kan dat moeilijker dan de stakeholders op het terrein.
4. Een dergelijk initiatief moet dus bottom up starten. Zeker niet “wachten tot de overheid of derden het voor ons doen…”, maar zelf de koe bij de horens vatten. Een netwerk-platform van koepels en groothandelaar(s) kan sneller en efficiënter werken dan een overheidsinitiatief.
Om leverancier te worden, zal een bedrijf zich aan regels moeten houden op vlak van veilige gegevensopslag, governance en gebruik van de data, die we samen opstellen.
Daarmee sluiten we de cirkel en wordt dit een win-win initiatief, waarmee de (terechte, menselijke) vrees voor misbruik kan worden ontkracht en mobile health kan worden aangemoedigd in plaats van ontraden.
Een dergelijk initiatief staat dus logischerwijze “naast” Actiepunt 19 (met Project Manager Eric Van der Hulst) van het Actieplan eGezondheid of is er alleszins zeer goed mee gecoördineerd.
Idem voor betrouwbare informatie Ik trek even de parallel met het internet aanbod op vlak van medische informatie en verwijs dan altijd graag naar enkele sites in Nederland, die stuk voor stuk bijdragen tot een gezonde empowerment van de patiënten. Ze zijn populair en betrouwbaar zodat ze (al googelend) vanzelf bovenaan gaan staan en eerst geraadpleegd worden: - Betrouwbarebron.nl (een site die in heropbouw is): bevat gevalideerde informatie in één portal, gevoed vanuit de sites van diverse wetenschappelijke beroepsorganisaties, namelijk van diverse medische specialismen, apothekers, verpleegkunde, tandheelkunde…
- Thuisarts.nl : een bijzonder goed gemaakte compilatie van wetenschappelijk gevalideerde info, gemaakt door de Nederlandse Huisartsen genootschap…
- Kijksluiter.nl : een boeiende ontwikkeling, waar audiovisuele informatie wordt ontwikkeld en verzameld door de medische beroepen. Daarmee overstijgt men de klassieke geschreven informatiebronnen en maakt men de informatie veel “verteerbaarder” voor een breed publiek.
Gelijkaardige initiatieven in België, zouden het publiek degelijk materiaal en informatie kunnen aanbieden en vormen alleszins een valabel alternatief voor “zomaar zoeken op internet”. “Gezondheid&Wetenschap” van CEBAM is een goede stap in de juiste richting, maar is nog veel te beperkt. De Nederlandse voorbeelden zijn geen commerciële initiatieven. Ze worden (mee) gefinancierd door de overheid en worden gevoed vanuit de (wetenschappelijke) beroepsverenigingen en de academische wereld. |
Dirk BROECKX -- 4 maart 2017
Bedankt Dirk !! Cheers, Peter Hinssen (4/3/17) |
‹‹Back