Home What do we offer ? Contact Video

TRAININGS

7/01/2011 - Een motor, geen rem

 Zonder regering liggen het land en dus ook de gezondheidszorg en de ziekteverzekering stil in het water. De overheid is momenteel eerder een rem dan een motor. Tijd om de manier van besturen bij te sturen en de politieke focus terug te leggen waar het hoort: efficiënt en soepel de behoeften en uitdagingen aanpakken die op ons af komen.

Een sputterende motor
We zitten dieper in het politieke slop dan ooit. En intussen blijft het echte politieke werk (besturen!) liggen. Hoeveel keer hebben we de afgelopen maanden gehoord « de regering van lopende zaken is hiervoor niet bevoegd » ? Daardoor worden dringende en noodzakelijke maatregelen en vernieuwingen niet doorgevoerd, zelfs als er voldoende consensus is (zoniet politiek, dan toch maatschappelijk).
Leg eens aan de bevolking uit waarom de regering, gecontroleerd door een voltallig parlement, het land niet kan besturen, in afwachting dat de Gordiaanse knoop van de staatshervorming wordt ontward.

Hoe komt het dat de parlementairen deze kans niet aangrijpen om samen te werken aan zinvol wetgevend werk, waarbij ze de regering aansturen in zijn uitvoerende rol (en niet andersom)? De motor van onze democratie heeft nu lang genoeg gesputterd.

Democratie, back to basics
Het land heeft nood aan sturing. De motor van de economie en de innovatie moet dringend terug op volle toeren draaien. De staatshervorming (van BHV tot de financieringswet) is belangrijk, maar van een andere orde dan waar we prioritair, hier en nu, behoefte aan hebben. De politiek moet zijn prioriteiten dus terug op een rijtje zetten.
Activeer om te beginnen het voltallige parlement. In afwachting van een werkzame regering kan dat perfect puur democratisch wetgevend en controlerend functioneren. Waarom wachten op wetsontwerpen van een regering die stilligt in het water, terwijl wetsvoorstellen om een sterk beleid te voeren vanuit alle partijen open besproken kunnen worden en democratisch gestemd?

Alleen de traditie en een hoop remmende wetten staan – zelfs in deze politieke impasse en ondanks de dreigende financieel speculatieve druk – een pragmatische en dynamische aanpak in de weg. Of durven politici niet meer te opereren buiten de veilige cocon van “meerderheid versus minderheid” en een strakke partijpolitieke discipline?
 

Idem voor de ziekteverzekering
 Overigens is onze ziekteverzekering ook al lang in hetzelfde bedje ziek. De fundamentele legistieke koerswijziging, ingezet door Philippe Moureaux en de gecoördineerde ZIV wet van 1994, verwijderde het basisconcept van “conventies”. Dat waren oorspronkelijk echte akkoorden: schriftelijke overeenkomsten die sluitend werden afgesloten tussen administratie, ziekenfondsen en zorgverstrekkers, na onderhandelingen.

Tegenwoordig wordt zowat de hele ziekteverzekering geregeld via Koninklijke Besluiten. Tot en met technische regels en benoemingen van commissies waarvan Koning en Minister allicht nauwelijks weten dat ze bestaan, laat staan wat ze doen. Alles moet – nadat een akkoord is onderhandeld – door de trage filter van de “ronde van de Kabinetten”, de Raad van State, de ondertekening door Koning en Minister en publicatie in het Staatsblad.
Dit maakt de RIZIV-olietanker die nu jaarlijks bijna 26 miljard Euro vervoert (waarvan 4 miljard voor farmaceutische specialiteiten) bijzonder log en onwendbaar. Voeg er minstens acht maanden (en God weet hoe lang nog?) ontslagnemende regering aan toe en het is een wonder dat we nog niet op de budgettaire of organisatorische rotsen zitten.

Het verdient eigenlijk een grondige studie waarom – ondanks (of precies door?) deze omstandigheden – we de afgelopen vier jaar behoorlijk binnen begroting zijn gebleven. Een jaarlijkse gemiddelde groei van de effectieve uitgaven (over de laatste vijf jaar) van 7,86% (5,44% voor farmaceutische verstrekkingen) is daar ook niet vreemd aan. Maar aan dat tempo is het de vraag hoe lang we nog verder kunnen gaan.

Venster naar de toekomst
Kijken we naar de toekomst, dan wordt de grote uitdaging om de groei van de uitgaven niet veel meer te laten oplopen en toch behoorlijk veel meer patiënten te verzorgen (de vergrijzende babyboomers en de groeiende stroom nieuwe Belgen op kop). Van een besparingspolitiek moeten we dus overschakelen naar een efficiëntiepolitiek: meer gezondheid produceren, zonder substantiële kostenverhoging.

Een paradox? Kosteneffectiviteit, doorgedreven automatisering van de administratie, outcome gerichte, tastbare, meetbare en tegenstelbare kwaliteit, samenwerking op basis van wederzijds respect en vertrouwen en een ferme scheut innovatieve IT maken het mogelijk.

Maar indien de ziekteverzekering zich soepel wil kunnen aanpassen aan die snel wijzigende omstandigheden, zowel op vlak van behoeften als van de organisatie van de zorg, dan moet die grote tanker een pak wendbaarder worden. Het logge vehikel moet worden omgevormd tot een goed gecoördineerde flottielje van aangepaste speedboten, die naadloos doorheen de diverse zorgsilo’s opereren over het hele spectrum van medische tot niet-medische zorg.

De administratie en de hele staf staat daarvoor duidelijk klaar. Maar het wetgevend keurslijf waarin ze moeten opereren is te strak. Eerherstel voor de “conventies”, in de vorm van disease management contracten, kan een oplossing bieden.

Goed voorbeeld
De manier waarop steeds meer experimentele projecten (“artikel 56”) worden omkaderd geeft de richting aan waarin moet worden gewerkt: een soepel, ad hoc contractueel model, waarbij diverse partijen hun inbreng kunnen realiseren, onder regelmatige en efficiënte kwalitatieve en budgettaire controle. Dergelijke projecten kunnen bij wijze van spreken operationeel zijn binnen enkele dagen of weken nadat ze door het Verzekeringscomité werden goedgekeurd en, door de leidende ambtenaren ondertekend, op de site van het RIZIV werden gepubliceerd. Loopt er iets fout, dan kan snel een bijvoegsel de nodige bijsturing geven.
Wat houden parlement en regering tegen om de hele ziekteverzekering (geleidelijk maar snel) naar een dergelijk systeem om te vormen?

De minister en de regering (en bij gebrek daaraan het parlement!) nemen daarin opnieuw de taak op van strategische sturing en “motor”, maar de uitvoering (overigens onder scherpe controle van de aanwezige regeringscommissarissen) gebeurt volledig op basis van contractueel onderhandelde, multidisciplinaire akkoorden, waarbij de contractanten (representatieve beroepsorganisaties, ziekenfondsen en administratie) resultaatsverbintenissen zoeken, in ruil voor het herwinnen van initiatief en autonomie.
Is dit een utopie? Vanuit de huidige wetgeving bekeken allicht wel. Maar het beschamend record van een regeringscrisis van meer dan 208 dagen, zonder enig uitzicht op een oplossing, is ook niet meteen grondwettelijk voorzien. In die omstandigheden moet men durven (back to basics) terug te grijpen naar de essentie van besturen: verantwoordelijkheid opnemen, dicht bij het terrein, om maatschappelijke problemen effectief geregeld te krijgen.

Dirk Broeckx – 7 januari 2011 

 


‹‹Back






Copyright © 2024 Dirk Broeckx – All rights reserved.
Privacy beleid | Sitemap
Webontwikkeling Siteffect