Home What do we offer ? Contact Video

TRAININGS

21/03/2010 - Gezondheidsenquête 2010

Wat drijft het hoge gebruik van psychotrope medicatie?

In de Gezondheidsenquête 2010, waarvan het WIV (Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid) op 16 maart een eerste rapport presenteerde, zit veel interessant materiaal. Zoals steeds puurden de media er slechts één controversieel feit uit. Wie dit soort beschrijvend onderzoek zaait, oogst immers gegarandeerd sensatie. Dus beheerste de consumptie van psychotrope geneesmiddelen even de voorpagina’s. Dat mediatiek strovuur is inmiddels gedoofd. Dan blijft alleen de terechte vraag van minister Onkelinx om dat probleem aan te pakken en de moeilijke taak er ook effectief iets aan te doen.

Jan Depoorter geeft in zijn editoriaal van het Apothekersblad van medio maart al een goede voorzet. Toch bleef ik op mijn honger zitten, zeker wanneer ik de enquête van wat dichterbij bekeek. Men heeft wel heel grondig bevraagd (zowat alles, behalve de spreekwoordelijke maat van schoen en kleur van ondergoed), maar toch ontbreekt een essentiële vraag, namelijk “waarom”? Wat drijft mensen ten gronde om – significant meer dan elders – zoveel slaapmiddelen, tranquillizers en antidepressiva te slikken? Wat drijft artsen om die middelen allemaal voor te schrijven?

Weinigen zullen de moed hebben zich door de enquête te worstelen (790 pagina’s!), noch de tijd om zelfs de samenvatting te lezen. Daarom voeg ik in bijlage enkele extracten toe. Naast veel cijfers reikt men in de enquête wel een aantal maatschappelijke redenen aan, die het gebruik en de regionale en leeftijdsgebonden verschillen voor een deel verklaren. Maar dat soort “rationele” redenen waarom mensen die medicatie misbruiken zijn van eenzelfde orde als de even rationele, wetenschappelijk onderbouwde guidelines voor het juiste gebruik ervan. Richtlijnen die artsen en apothekers wel kennen, maar slechts hoogstzelden consequent toepassen.

Motivationele strategieën
Indien we echt iets willen veranderen aan het hoog gebruik van deze of andere medicatie, zullen we dieper moeten graven, onder het rationele niveau. Daar liggen de motivationele strategieën, die we allemaal hebben - onbewust - ten aanzien van dood, ziekte, pijn en therapie. Strategieën die geworteld zijn in cultuur, opvoeding, ervaringen, gevoelens, percepties... Ze zijn verschillend van persoon tot persoon en dus niet te vatten in een uniforme aanpak.

Indien men echt iets wil veranderen, moet men op dat vlak niet alleen dieper graven bij de patiënten, maar ook bij de voorschrijvers en bij de apothekers. Wat drijft hen om, tegen wetenschappelijk beter weten in, zo veel psychotrope medicatie voor te schrijven en af te leveren?

Laten we om te beginnen al eens voor een spiegel gaan staan en onszelf in de ogen kijken. Niet om schuldgevoelens aan te kweken, laat staan te (ver)oordelen; wel om gewoon te begrijpen waar de echte drijfveren voor ons gedrag liggen. Wat motiveert ons, elk individueel, wanneer we dat soort medicatie afleveren? Hoe kijken we daarnaar?

Doen we dat gewoon omdat de arts het heeft voorgeschreven (“daar kunnen we toch niet tegen in gaan”), omdat het ons werk is (“een job als een ander”) of omdat het onze broodwinning is (“als ik geen geneesmiddel aflever, verdien ik er niets aan”). Vinden we raad geven een brug tussen wetenschap en mens (“ik kan haarscherp uitleggen welke farmacologische en farmacotherapeutische risico’s de patiënt loopt bij misbruik maar men luistert niet”) of een manier om zieken te helpen (“als ik zelf psychische problemen had, zou ook ik graag een goede apotheker hebben, die me zou helpen en begeleiden”)… ?

Als u eerlijk in de spiegel kijkt, herkent u zich misschien in één of meerdere van deze uitspraken. Of misschien vindt u er nog andere. Let wel: elk van deze motivationele benaderingen is op zich niet fout en sowieso “des mensen”. Wees er ook maar van overtuigd dat elk van deze benaderingen reëel bestaat en – ook al keurt u sommige niet goed – door de persoon in kwestie als perfect aanvaardbaar en normaal aanzien wordt.

Pas wanneer we leren omgaan met dat niveau, bij onszelf en bij de patiënt, zullen we problemen als het overdreven gebruik van psychotrope medicatie effectief kunnen aanpakken. Er is dus nog veel te leren en in de module “De Patiënt” van de P4F trainingen wil ik een goede aanzet geven.

Alles kan beter
Deze Gezondheidsenquête werd uitgebreid in de media belicht. Maar tot mijn verbazing was ze helemaal niet makkelijk te vinden op het net. Google, de anders zo trouwe gids bij zoektochten, liet zelfs de oren hangen. De homepage van het WIV, die de enquête maakte en publiceerde, is ook al niet intuïtief te vinden: je moet naar www.iph.fgov.be (“et pour nos amis flamands la même chose”, want www.wiv.fgov.be bestaat zelfs niet!). Als kers op de taart vindt de zoekrobot van die website de enquête ook niet! Gelukkig dat het perscommuniqué van Belga een pointertje bevatte.

De gegevens van de enquête dateren van een bevraging die gebeurde begin 2008. Spijtig dat het twee jaar duurt voor zo een rapport klaar is. Dat deed me denken aan de FDA, die recent toegaf dat Google Flu Trends even accuraat is als de gegevens die zij zelf verzamelen en verwerken om de prevalentie en verspreiding van griep in de VS te volgen. Er is wel één verschil: de FDA heeft een enorm peilnetwerk en een hele ploeg medewerkers nodig om de gegevens te verzamelen en te verwerken. Dat vraagt behoorlijk wat tijd en energie. Google daarentegen presenteert dagelijks en gratis de cijfers “van de dag”. Ze gebruiken daarvoor een ongelooflijk boeiend instrument, de “Insights for Search” engine. Die houdt permanent bepaalde zoektermen in het oog. In casu analyseert Google gewoon per regio hoeveel men googlet naar de zoekterm “flu”. Dat geeft van uur tot uur een accuraat beeld van waar de griep toeslaat.

Met dat voorbeeld in gedachten, hoop ik vurig dat meer enquêtes met dergelijke innoverende technieken gemaakt zullen worden, zodat we sneller en “verser” gegevens krijgen. En alleszins kan het nu al geen kwaad om te zorgen dat waardevolle enquêteresultaten vlotter op internet gevonden kunnen worden!

Een onverklaarbaar dipje
De gezondheidsenquête bevat nog een opmerkelijke en voorlopig onverklaarde vaststelling. De antwoorden van mannen op de vraag “voelt u zich gezond” zijn consistent: hoe ouder men wordt, hoe minder gezond men zich voelt. Bij de vrouwen vertoont diezelfde lineaire trend een opmerkelijk dipje: vrouwen van 55 tot 64 jaar voelen zich plots een stuk minder ziek en benaderen zelfs opnieuw het niveau van de groep 35 tot 44 jaar. Wie weet waarom ?

Dirk Broeckx – 21 maart 2010


In bijlage enkele extracten uit de Gezondheidsenquête.


‹‹Back






Copyright © 2024 Dirk Broeckx – All rights reserved.
Privacy beleid | Sitemap
Webontwikkeling Siteffect