Home What do we offer ? Contact Video

TRAININGS

7/08/2010 - Contingentering 2.0

Is er kunstmatige schaarste op de geneesmiddelenmarkt of levert de industrie voldoende producten om alle patiënten te kunnen bedienen? Met publieke verklaringen in de pers lost men het aanslepend probleem van de contingentering niet op. Geduldige onderhandelingen tussen alle betrokkenen hebben op het terrein nog niet veel soelaas gebracht. Op de KAVA website melden duizenden apothekers nog steeds concrete gevallen van patiënten voor wie ze enkele medicijnen niet kunnen krijgen bij hun groothandel. Wat blijft er haperen? En hoe zou je dit in “een Web 2.0 omgeving” oplossen?

Voor de outsiders
Een woordje uitleg. Identieke geneesmiddelen kunnen in verschillende lidstaten een verschillende prijs hebben. Is de prijs voor een bepaald product in België lager, dan komt parallelexport op gang naar landen waar de prijs hoger is. (Het omgekeerde fenomeen komt overigens ook voor). Bedrijven trachten parallelexport te limiteren door de producten in kwestie te contingenteren: ze leveren aan de groothandel slechts zoveel als zij nodig achten voor de Belgische consumptie. Vermits bedrijven en groothandel geacht worden al het nodige te doen om de apotheker steeds binnen 24 uur te bevoorraden, gaat men ervan uit dat in dergelijke gevallen de apothekers en de Belgische patiënten voorgaan en de parallelexport dus stilvalt of alleszins strikt beperkt wordt.

Er is al veel over vergaderd en alle betrokken partijen hebben al het hele proces doorgemaakt van elkaar beschuldigen over elkaar begrijpen tot met elkaar overeen komen om alles te doen om bovenstaande mechanismen correct te laten werken. Een charter met goede afspraken zou vanaf juli de problemen moeten oplossen. Maar daar merken we op het terrein nog niet veel van en dus blijft het voor de apotheker en de patiënt geen makkie.

Geen makkie, voor niemand
Een patiëntje had deze week dringend Seretide nodig voor zijn astma. Ontbreekt bij de twee groothandels die leveren, maar toch even bellen om zeker te zijn. Dan via de website van KAVA bestellen bij de firma en wachten. Met een beetje geluk komt één verpakking morgen of overmorgen met de post of koerier binnen. Neen de patiënt kan niet wachten. Dus contact opnemen met de arts. Gelukkig komt ze meteen aan de telefoon en kent ze het probleem. En dus wordt het patiëntje overgeschakeld op Symbicort. Ik leg nauwkeurig het gebruik uit en oefen even samen met het patiëntje met een demopuffer, want het gebruik is heel anders dan wat de arts eerst had uitgelegd.

Overigens kan elke betrokken partij eenzelfde klaaglied aanheffen: ik zou niet aan de telefoon willen zitten bij het bedrijf in kwestie, want naast alle boze telefoons van apothekers moeten ze ook nog de logistiek verzorgen van alle individuele verzendingen. Sommige bedrijven haken blijkbaar af en bezorgen zelfs niets meer onmiddellijk. Ook bij de groothandel is het alles behalve feest: evenveel boze telefoons en voortdurend schipperen met de hoeveelheden die binnen komen om toch eerlijk alle klanten te bedienen. Zelfs bij het FAGG mogen ze het hebben, want vermoedelijk komen daar ergens alle klachten bij elkaar en is het moeilijk om nog te weten wie nu in fout is.

Want dat is eigenlijk de kern van dit probleem. Iedereen heeft wel wat boter op zijn hoofd en pleit tezelfdertijd innig overtuigd onschuldig. En het resultaat is dat de goed afgesproken mechanismen om de belangen van iedereen in evenwicht te houden niet werken, dat men elkaar in de krant aan de kaak stelt en dat er nog steeds geen oplossing uit de bus komt.

Boter op het hoofd van iedereen
Sommige apothekers hebben er vroeger nooit graten in gezien om producten die parallel geïmporteerd werden te kopen en daar een stuiver aan te verdienen, zonder wakker te liggen van de contingenteringsproblemen waarmee ze hun collega’s elders opzadelden. Anderen trachten de betrokken producten ruim genoeg in voorraad te houden om zelf niet zonder te vallen, maar zorgen daardoor natuurlijk ook zelf voor een stukje schaarste.

Groothandels moeten normaal ook kunnen exporteren. De Europese markt gaat steeds meer open en patiënten worden ook mobieler. De producten volgen die trend en worden dus steeds meer internationaal verhandeld. Er zijn zelfs gespecialiseerde groothandels en parallelimporteurs die niets anders doen. Maar waar ligt precies de grens wanneer er plots veel vraag komt uit het buitenland?

Multinationaal opererende farma bedrijven trachten parallelexport tegen te gaan, want dat zijn gemiste verkopen in een ander land met hogere prijzen. Het Europese Hof heeft al beslist dat import-export steeds moet kunnen, maar dat bedrijven wel degelijk maatregelen mogen nemen om hun economische belangen te verdedigen, voor zover het de bediening van patiënten niet in het gedrang brengt. Dus trachten ze zo goed mogelijk de echte behoeften in te schatten en leveren ze navenant.

Ook het FAGG zit op het scherp van de snee, want het probleem geraakt maar niet uitgeklaard, bij gebrek aan transparantie. Wie heeft gelijk en wie niet? Waar zit de “fuite”? Schat men de nodige hoeveelheden wel juist in? Controles en (dreigen met) sancties leiden niet tot spectaculaire resultaten. En dus trekken de Limburgse apothekers aan de mediatieke noodrem, pleit Pharma.be bij monde van Leo Neels onschuldig en hebben de journalisten weer een been om op te kauwen in volle komkommertijd.

Oplossing 2.0
Web 2.0 is de roepnaam van een reeks trends die heel wat andere sectoren al ondersteboven heeft gezet. Het is de combinatie van meerdere factoren. Het gewijzigd consumentengedrag, dat leidt tot “de consument die de macht grijpt” en bepaalt hoe leveranciers wel moeten reageren. De impact van internet, die het mogelijk maakt diverse data en services met elkaar te combineren (“Mash-up’s”) en daardoor transparantie kan creëren. Samenwerkingsverbanden van partijen die vaak concurrenten zijn, maar toch gemeenschappelijke projecten realiseren, op de punten waar dit voor hen goed uitkomt. In Web 2.0 vertaalt zich dit in “communities”, die “bottom-up” hele economische en sociale sectoren aan het veranderen zijn. In “Prepare for the Future” komt dit hele verhaal uiteraard ruim aan bod.

Passen we de Web 2.0 benadering eens toe op contingentering. Wil men (tijdelijk) schaarse medicatie toch steeds kunnen bezorgen, dan moet er (minstens) één internet applicatie zijn waarop alle betrokken partijen hun krachten bundelen om die doelstelling te bereiken. Dit geeft meteen voldoende transparantie om voortdurend (=online) het probleem en zijn oplossing in kaart te brengen. Die applicatie wordt gebruikt door de apothekers om alle ontbrekende producten te signaleren, om de producten die effectief schaars of eventueel gecontingenteerd zijn te bestellen en om op te volgen of en hoe snel de patiënt effectief geholpen is. Meten is weten in Web 2.0 .

De bedrijven kunnen op de applicatie hun eigen portfolio van producten opvolgen en weten dus snel wat eventueel ontbreekt en welke producten besteld zijn. Ze leveren deze rechtstreeks of – op naam van de bestellende apotheker – via de groothandel. Ook hier geldt transparantie, want van schaarse producten zetten ze de beschikbare voorraden online, zichtbaar voor hun klanten: groothandel en overheid. (Pas dit toe op griepvaccins tijdens het vaccinatieseizoen en men heeft meteen een schitterend instrument om de beschikbare voorraden permanent op te volgen).

De groothandel kan via de applicatie een globaal beeld krijgen van (on)beschikbaarheid van schaarse producten in zijn regio en krijgt desgevallend de nodige informatie voor de dringende rechtstreekse leveringen aan apothekers.

De overheid (FAGG, eventueel ook RIZIV) krijgen online zicht op alle globale data, nodig om op te volgen of iedereen zich maximaal inzet voor het verzekeren van de optimale verdeling van de beschikbare medicatie. Waar nodig kan onmiddellijk worden ingegrepen.

Utopie? Google heeft al bewezen dat je met query data een real time online survey van griepprevalentie kan maken, tot op behoorlijk regionaal niveau. Door de zoektermen waarin iets “flu”-gerelateerd staat, permanent te geopositioneren en op te tellen, krijg je nauwkeurige kaarten van de griepprevalentie (zie artikel).

We moeten alleen dringend leren onze oude objecties (dataprotectie, privacy, gebrek aan vertrouwen…) af te leggen en een nieuwe, moderne visie op de sector te ontwikkelen, om Gordiaanse knopen zoals contingentering op te lossen.


Dirk Broeckx – 7 augustus 2010


‹‹Back






Copyright © 2024 Dirk Broeckx – All rights reserved.
Privacy beleid | Sitemap
Webontwikkeling Siteffect