Home What do we offer ? Contact Video

TRAININGS

31/12/2009 - KB Grieppandemie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID,
VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN
EN LEEFMILIEU
N. 2011 — 1742 [C − 2011/24140]
24 MEI 2011. — Koninklijk besluit houdende beëindiging van de
uitwerking van sommige koninklijke besluiten genomen in uitvoering
van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent
aan de Koning in geval van een griepepidemie of -pandemie
VERSLAG AAN DE KONING
Sire,
Het ontwerp van besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit voor te leggen, beoogt een einde te stellen aan de uitwerking van sommige besluiten genomen in uitvoering van de wet van 16 oktober 2009 die
machtigingen verleent aan de Koning in geval van een griepepidemie of -pandemie.
Overeenkomstig artikel 5, § 2 van de voornoemde wet van 16 oktober 2009, werd het geheel van de volmachtenbesluiten genomen in uitvoering van die wet door de wet van 23 maart 2010 bekrachtigd.
De Ministerraad heeft evenwel beslist om de federale fase van het crisisbeheer van de A/H1N1-grieppandemie, dat sinds 30 april 2009 op nationaal vlak werd gecoördineerd, op te heffen.
Het blijkt ook vandaag dat het niet meer gerechtvaardigd is om de uitwerking van sommige volmachtenbesluiten genomen in uitvoering van de voornoemde wet van 16 oktober 2009 aan te houden.
Het betreft de volgende besluiten :
— het koninklijk besluit van 10 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 3° van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie;
— het koninklijk besluit van 10 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 5° van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie;
— het koninklijk besluit van 12 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 1° en 2° van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie.
Overeenkomstig de respectievelijk artikelen 2, 2e lid en artikel 4, 2e lid van deze besluiten beëindigen deze hun uitwerking op een door de Koning te bepalen datum, bij een besluit vastgesteld na overleg in de
Ministerraad.
Dit ontwerp van besluit wordt U dus ter ondertekening voorgelegd na beraadslaging in de Ministerraad en volgens het advies van de Raad van State. Er werd rekening gehouden met de opmerkingen in dat
advies.
Zodoende wordt voorgesteld, overeenkomstig het advies van de Raad van State, om op datum van de inwerkingtreding van dit besluit een einde te stellen aan de uitwerking van het besluit van 10 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 5° van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie en van het besluit van 12 november 2009 tot uitvoering van
artikel 3, 1° en 2° van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie.
Daarentegen wordt bepaald, en altijd overeenkomstig het advies van de Raad van State, dat het besluit van 10 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 3° van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent
aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie vanaf 1 januari 2011 wordt opgeheven. Dat besluit betreft de verhoging, van 4 tot 6, van het maximum aantal jaarlijkse bloedgiften voor mannelijke
donoren. Artikel 1 van dat besluit preciseert dat deze verhoging van toepassing is tot het jaar, inclusief, waarin dat besluit ophoudt uitwerking te hebben. Om te vermijden dat deze maatregel in 2011
onnodig verlengd wordt,moet dat besluit dus ten laatste op 1 januari 2011
met terugwerkende kracht worden opgeheven.
Wat betreft de andere besluiten genomen ter uitvoering van de voornoemde wet van 16 oktober 2009 :
— het koninklijk besluit van 28 oktober 2009 tot vaststelling van de datum van het uitbreken van een griepepidemie of -pandemie, in uitvoering van artikel 2, § 2, van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie had alleen tot doel deze datum vast te leggen, welke op 29 april 2009 werd gelegd. Het is dus onnodig om de uitwerkingen van dat besluit aan te houden of te laten beëindigen, dat met de
goedkeuring ervan een onmiddellijke en definitieve uitwerking heeft gehad.
— het koninklijk besluit van 3 november 2009 houdende oprichting van een federale gegevensbank betreffende de vaccinaties met het anti-A/H1N1-griepvirusvaccin bepaalt anderzijds hoe die gegevens- bank wordt beheerd. Dat besluit moet dus van kracht blijven zolang de
gegevensbank zelf bestaat. Ter herinnering : deze gegevensbank moet namelijk een functie van geneesmiddelenbewaking waarborgen. Ze zal dus nog verschillende jaren moeten functioneren om die doelstelling te
kunnen halen. In dit stadium kan men dus de uitwerking van dat besluit niet beëindigen. Dat besluit, dat met de bekrachtiging door de wet van 23 maart 2010 nu kracht van wet heeft, bepaalt verder geen
enkele bevoegdheid voor de Koning om zijn uitwerking te beëindigen.
Zoals de Raad van State opmerkt, wordt alleen artikel 1 van dat besluit vandaag niet meer toegepast. Zodoende, en zoals hoger verduidelijkt, zou alleen een wet het kunnen opheffen.
— het koninklijk besluit van 6 december 2009 tot uitvoering van artikel 3, eerste lid, 6°, van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van een griepepidemie of -pandemie, en houdende omzetting van de Richtlijn 2009/135/EG van de Commissie van 3 november 2009 die toestemming verleent voor tijdelijke
afwijkingen van bepaalde criteria voor donors van volbloed en bloedbestanddelen, zoals vastgelegd in Bijlage III bij Richtlijn 2004/33/EG, in de context van een risico van tekorten als gevolg van de A(H1N1)-grieppandemie. Pro memorie : artikel 3, 2e lid van dat besluit precise Ik heb de eer te zijn,
Sire,
van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige
en trouwe dienaar,
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
belast met Maatschappelijke integratie,
Mevr. L. ONKELINX

Advies 49.538/3 van 3 mei 2011
van de afdeling Wetgeving
van de Raad van State
De Raad van State, afdelingWetgeving, derde kamer, op 14 april 2011 door de Minister van Volksgezondheid verzocht haar, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van
koninklijk besluit « houdende beëindiging van de uitwerking van sommige koninklijke besluiten genomen in uitvoering van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van
een griepepidemie of -pandemie », heeft het volgende advies gegeven :
1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van
de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan.

VOORAFGAANDE OPMERKING
2. Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot
het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving
geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

ALGEMENE OPMERKING
3. In het bij het ontwerp gevoegde verslag aan de Koning wordt uiteengezet waarom voor de drie andere koninklijke besluiten, genomen op grond van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van een griepepidemie of -pandemie, en bekrachtigd bij de wet van 23 maart 2010 tot bekrachtiging van de
koninklijke besluiten genomen met toepassing van artikelen 2 en 3 van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van een griepepidemie of -pandemie (1), geen « buitenwerking-
stelling » (lees : opheffing) (2) nodig is.
Betreffende het koninklijk besluit van 3 november 2009 houdende oprichting van een federale gegevensbank betreffende de vaccinaties met het anti-A/H1N1-griepvirusvaccin, verklaarde de gemachtigde
wat volgt :
« En ce qui concerne l’arrêté du 3 novembre 2009, il apparaît qu’à
l’exception de l’article 1er, toutes les autres dispositions sont nécessaires
pour la gestion de la banque de données.
Il n’existe pas, à notre connaissance, d’initiative (projet ou proposi-
tion de loi) visant à mettre fin aux effets de cette disposition. »
De stellers van het ontwerp dienen na te gaan of het wenselijk is om ook artikel 1 van het genoemde besluit op te heffen en daartoe dan een wetgevend initiatief te nemen. In dat geval dient het verslag aan de Koning bij het voorliggende ontwerp te worden aangepast.

BIJZONDERE OPMERKINGEN
Aanhef
4. In het eerste, tweede en derde lid van de aanhef vermelde men dat de erin vermelde koninklijke besluiten werden bekrachtigd bij de wet van 23 maart 2010.
In de Nederlandse tekst van die leden, schrijve men telkens « tweede lid » in plaats van « 2e lid ».
5. Het zesde lid van de aanhef dient als volgt te worden geredigeerd : « Gelet op advies 49.538/3 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; ».
Artikel 1
6. De inleidende zin van artikel 1 bepaalt dat de betrokken koninklijke besluiten « ophouden uitwerking te hebben » op de datum van inwerkingtreding van het te nemen besluit, « en ten laatste op 31 december 2010 ». Het ontwerp bevat geen bepaling inzake de inwerkingtreding, zodat het te nemen besluit in werking zal treden op
de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, derhalve alleszins na 31 december 2010.
Zoals artikel 1 is geredigeerd, wordt de indruk gewekt dat het ontwerp werd uitgewerkt vóór 31 december 2010, en naderhand niet meer werd aangepast. Hierover om nadere toelichting gevraagd, antwoordde de gemachtigde wat volgt :
« En ce qui concerne l’arrêté du 12 novembre 2009 et l’arrêté du
10 novembre 2009 relatif aux médicaments, ceux-ci peuvent effective-
ment cesser de produire leurs effets à la date d’entrée en vigueur de
l’arrêté en projet, sans effet rétroactif.
Par contre, pour l’arrêté du 10 novembre 2009 relatif aux dons de
sang, il nous apparaît important de mettre un terme à ses effets avec
effet rétroactif au 31 décembre 2010. En effet, comme le précise le
Rapport au Roi « Cet arrêté (l’arrêté du 10 novembre 2009) précise en
effet en son article 1er que cette majoration de 4 à 6 est applicable
jusqu’à l’année, incluse, durant laquelle cet arrêté cesse de produire ses
effets. Afin d’éviter le prolongement inutile de cette mesure en 2011, il
convient donc que cet arrêté cesse de produire ses effets le 31 décem-
bre 2010 au plus tard. »
Il n’existe de facto et à ce stade aucun risque que des dons de sang en
surnombre soient effectués en 2011 (par rapport au maximum de
4 dons). En effet, l’article 17, § 2, de la loi du 5 juillet 1994 relative au
sang et aux dérivés du sang d’origine humaine précise qu’au moins
deux mois doivent s’écouler entre deux dons de sang.Asupposer qu’un
donneur ait effectué son premier don de sang le 1er janvier 2011, et
effctue ensuite successivement des dons de sang immédiatement après
l’écoulement d’une période de 2 mois, il ne pourrait au plus tôt
effectuer son 4e don de sang que le 1er juillet, et le 5e le 1er septembre.
Ce n’est que dans l’hypothèse où l’arrêté en projet serait publié
en septembre qu’un problème de sécurité juridique pourrait se poser, ce
qui ne sera en pratique pas le cas puisque l’arrêté pourra être publié
d’ici quelques semaines. »
Gelet op deze toelichting, is er geen bezwaar tegen de opheffing van het koninklijk besluit van 10 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 3°, van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie, op 1 januari 2011 (3).
Er dienen gelet op wat voorafgaat twee artikelen te worden ingevoegd waarin, in het ene, het zo-even genoemde besluit en, in het andere, het koninklijk besluit van 10 november 2009 tot uitvoering van
artikel 3, 5°, van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van een griepepidemie of -pandemie en het koninklijk besluit van 12 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 1° en 2°, van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie, worden opgeheven.
Er dient dan een artikel 3 te worden toegevoegd waarin wordt bepaald dat artikel 1 uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2011.
Met betrekking tot artikel 2 dient niet te worden bepaald wanneer het in werking treedt : indien niets is bepaald, wordt immers toepassing gemaakt van de algemene regel dat koninklijke besluiten in werking
treden op de tiende dag na die van hun bekendmaking in het Belgisch
Staatsblad (4).
De kamer was samengesteld uit :
de heren :
J. Smets, staatsraad, voorzitter,
W. Van Vaerenbergh, J. Van Nieuwenhove, staatsraden,
H. Cousy, J. Velaers, assessoren van de afdeling Wetgeving,
Mevr. A.-M. Goossens, griffier.
Het verslag werd uitgebracht door Mevrouw R. Thielemans, eerste
auditeur.
De griffier, De voorzitter,
A.-M. GOOSSENS. J. SMETS.

Nota’s
(1)Het betreft het koninklijk besluit van 28 oktober 2009 tot vaststel- ling van de datum van het uitbreken van een griepepidemie of -pandemie, in uitvoering van artikel 2, § 2, van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie, het koninklijk besluit van 3 november
2009 houdende oprichting van een federale gegevensbank betreffende de vaccinaties met het anti-A/H1N1-griepvirusvaccin, en het koninklijk besluit van 6 december 2009 tot uitvoering van artikel 3, eerste lid,
6°, van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van een griepepidemie of -pandemie, en houdende omzetting van de Richtlijn 2009/135/EG van de Commissie van
3 november 2009 die toestemming verleent voor tijdelijke afwijkingen van bepaalde criteria voor donors van volbloed en bloedbestanddelen, zoals vastgelegd in bijlage III bij Richtlijn 2004/33/EG, in de context van een risico van tekorten als gevolg van de A(H1N1)-grieppandemie.
(2) Een buitenwerkingstelling komt immers neer op een opheffing.
(3) Zie Beginselen van de wetgevingstechniek. Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, Raad van State, 2008, aanbeveling nr. 153, te raadplegen op de internetsite van de Raad van
State (www.raadvst-consetat.be).).
(4) Artikel 6 van de wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen.

24 MEI 2011. — Koninklijk besluit houdende beëindiging van de uitwerking van sommige koninklijke besluiten genomen in uitvoering van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van een griepepidemie of -pandemie
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit van 10 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 3° van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie, artikel 2, tweede lid, bekrachtigd door de wet van 23 maart 2010 tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing
van artikelen 2 en 3 van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van een griepepidemie of -pandemie;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 5° van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie,
artikel 2, tweede lid, bekrachtigd door de wet van 23 maart 2010 tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van artikelen 2 en 3 van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen
verleent aan de Koning in geval van een griepepidemie of -pandemie;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 1° en 2° van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie,
artikel 4, tweede lid, bekrachtigd door de wet van 23 maart 2010 tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van artikelen 2 en 3 van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen
verleent aan de Koning in geval van een griepepidemie of -pandemie;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 december 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 23 december 2010;
Gelet op het advies 49.538/3 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördinnerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en op advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Het koninklijk besluit van 10 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 3° van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie wordt
opgeheven.
Art. 2. Eveneens opgeheven worden :
— het koninklijk besluit van 10 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 5° van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie;
— het koninklijk besluit van 12 november 2009 tot uitvoering van artikel 3, 1° en 2° van de wet van 16 oktober 2009 die machtigingen verleent aan de Koning in geval van griepepidemie of -pandemie.
Art. 3. Artikel 1 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011.
Art. 4. De Minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
gegeven te Brussel, 24 mei 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid,
belast met Maatschappelijke integratie,
Mevr. L. ONKELINX


‹‹Back






Copyright © 2024 Dirk Broeckx – All rights reserved.
Privacy beleid | Sitemap
Webontwikkeling Siteffect