Home What do we offer ? Contact Video

TRAININGS

14/07/2013 - Makers (De Nieuwe Industriële Revolutie) - Chris Anderson

IT zorgt voor een nieuwe industriële revolutie.

Hoezo? IT leidt toch tot de kenniseconomie, die het immateriële vervolg moet worden van de industriële productiemethodes uit de vorige twee eeuwen?

Inderdaad. Maar dank zij 3D printers en ‘open innovation’ samenwerking, is op het internet nu ook de transformatie bezig van de manier waarop producten ontwikkeld en geproduceerd worden.

Chris Anderson legt in ‘Makers’ uit hoe ’desktop productie’, ‘democratisering’, ‘open source’  en ‘crowd funding’ precies werken. Lees maar gauw wat die termen in feite betekenen, want ze zetten binnenkort waarschijnlijk de klassieke productiemethodes en businessmodellen op hun kop.

The Long Tail
Chris Anderson is de auteur van “The Long Tail” (zie de7de van 14 januari 2011) en is  dus niet aan zijn proefstuk toe om uit te leggen welke mechanismen en ‘drivers’ spelen in de digitale wereld. In dat eerste boek legde hij uit dat, naast de klassieke ‘kopgroep’ van veelverkochte producten, op het internet de ‘lange staart’ van minder populaire items ook uiterst rendabel kan verkocht worden.

 

Het verschil met een echte ‘brick & mortar’ winkel zit hem in twee dingen: je bent niet langer begrensd door de fysische uitstalruimte van een winkel(keten) en je biedt al je producten in feite meteen wereldwijd aan.

Desktop publishing
In ‘Makers’ gaat Anderson nog een stap verder. Het proces voor het maken van fysische dingen begint steeds meer te lijken op de manier waarop informatie op het internet wordt geproduceerd en verspreid. Vandaag lijken 3D printers nog op de dotmatrix printers van dertig jaar geleden of op de laserprinters van twintig jaar geleden: relatief duur en weinig performant.

De technologie van gewone printers is inmiddels doorgegroeid met veel goedkopere toestellen, die vandaag probleemloos meerkleuren- en fotoafdrukken afleveren. Dat was mogelijk omdat Postscript (door Apple) van bij de start als standaard voor laserprinters werd ingevoerd.

De term ‘desktop printing’ was geboren.: iedereen kon met een laserprinter zijn eigen drukkerijtje beginnen en omdat dezelfde softwaretaal ook in professionele drukkerijen werd toegepast, kon je al snel kiezen om je eigen drukwerk in kleine oplage thuis te maken en grotere oplagen door te zenden naar een printcentrum of een professionele drukkerij. Die kan je werk vandaag in grotere hoeveelheden bliksemsnel afleveren; je kan vandaag letterlijk op een week van nul een boek op de markt brengen.

Desktop productie
Naast 3D printers zijn er ook lasercutters en freesmachines die vandaag – andermaal op basis van industrieel gebruikte softwarestandaarden – allerlei twee- en driedimensionale voorwerpen maken. Tegen een betaalbare prijs kan je kleine oplagen maken, maar je kan ook meteen grotere oplagen online bestellen bij gespecialiseerde productiecentra. Die hoeven niet in de buurt te zijn. Je kan probleemloos de hele wereldmarkt afschuimen naar de beste koop, kost/kwaliteit; desnoods bestel je in China.

Anderson voorspelt dat deze nieuwe manier van produceren de wereld van ontwerpers en makers van dingen even fundamenteel zal veranderen als wat al gebeurd is op vlak van informatieverspreiding (zoals muziek, kranten...), zowel  digitaal als op papier.

Nieuwe apparaten maken het mogelijk ‘op je desktop’ prototypes te maken, om grote reeksen identieke voorwerpen te produceren of om oneindige variaties van gelijkende dingen te maken. Want bij digitaal aangestuurde productie kosten variaties, complexiteit en flexibiliteit in feite nauwelijks meer, terwijl productie op basis van klassieke processen (bvb. met mallen of spuitvormen) wel goedkoper is wanneer men in massa hetzelfde item produceert, maar erg duur of onbetaalbaar wordt, wanneer men elk product anders wil maken.

Democratisering, Gelukseconomie en Do It Yourself
Anderson legt ook in dit boek een reeks interessante patronen bloot:

  1. wanneer IT een sector ‘democratiseert’ (zoals hierboven beschreven), brokkelen de monopolies van grote, klassieke, multinationale bedrijven snel af. De muziekindustrie en de boekensector zijn gekende voorbeelden. Desktop productie zorgt voor een gelijkaardige omwenteling bij de ontwikkeling en productie van producten;
  2. wanneer mensen voldoende welstand hebben, worden ze vooral gemotiveerd door activiteiten die zin geven en waarbij ze bij de creatie van nieuwe dingen betrokken worden. Ze zijn daarbij zelfs bereid voor minder (of geen) geld te werken; Anderson noemt het ‘gelukseconomie’;
  3. deze ‘Do It Yourself ’ mentaliteit kan je ook goed herkennen in het succes van Ikea: mensen verkiezen dingen die ze zelf in elkaar gestoken hebben boven dezelfde spullen die kant-en-klaar geleverd zouden worden.

Open Source als nieuw business model
Het boek ‘Makers’ wordt echt interessant wanneer Anderson in het laatste deel de focus verlegt naar samenwerken, ‘open innovation’ en open source. Via internet, blogs en fora is het heel makkelijk geworden om iedereen te betrekken bij het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten.

Hij legt uit hoe en waarom ‘open source’ kan werken zonder de klassieke regels, gebaseerd op patenten en beschermde intellectuele eigendom. Wie een nieuw idee wil ontwikkelen, kan vandaag via internet alle geïnteresseerden uitnodigen om hieraan mee te werken. Daarbij treden zowel mensen die een oplossing zoeken naar voor, als diegenen die een oplossing bieden. In klassieke industriële processen zocht men ingenieurs en mensen met een specifieke opleiding. Bij ‘open innovation’ spelen afkomst, opleiding of voorkennis geen rol. Open source via internet zorgt voor frisse en pragmatische input.

Verschillende verhalen illustreren hoe oplossingen groeien omdat gebruikers en andere geïnteresseerden spontaan de bugs eruit halen omdat ze er alle belang bij hebben dat het product of de dienst verbeterd wordt.

Nieuwe economische modellen
Twitter en Square (online betaalsysteem in de VS) zijn miljardenbusiness geworden, die gestart zijn volgens de hierboven omschreven principes.

Maar vooral het voorbeeld van Kickstarter illustreert hoe open source tot nieuwe economische modellen leidt. Via crowd funding heeft het platform een pak projecten helpen realiseren. Iemand plaatst een idee met een korte beschrijving op de site (vaak een YouTube filmpje dat een ruwe schets geeft) en geeft een minimaal bedrag op dat gefinancierd moet worden. Zijn er voldoende gegadigden, dan start men; zo niet, dan gaat het project niet door.

Op die manier werkt Kickstarter meteen als een marketing tool, want geïnteresseerden geven meteen ook tips om het idee nog beter te maken. Mede-investeerders worden in regel nauw betrokken bij het ontwikkelen en testen van het nieuwe concept.

Het Webmodel maakt iedereen terug sterk (indien men creatief is)
Open innovation en open source werken prima wanneer je een niche markt wil aanboren. Sommige initiatieven groeien uit tot een miljarden business.

Zo sluit ‘Makers’ ook perfect aan bij ‘The Long Tail’: via het webmodel kan elk land en elke streek terug economisch sterk staan. Lage loon landen bedreigen vandaag sectoren waar productiekosten doorwegen. ‘Makers’ toont aan dat iedereen opnieuw economisch sterk kan staan, op voorwaarde dat men zijn ideeën niet afschermt, maar leert putten uit de creativiteit en uit de goodwill van al wie interesse heeft om mee te werken aan de ontwikkeling(en financiering).

En farma...?
Het webmodel, beschreven in ‘Makers’, laat toe met beperkte middelen en weinig financiële risico’s sterke producten en diensten maken, die ‘op maat’ geproduceerd kunnen worden. De geneesmiddelensector zal het allicht moeilijk hebben om het klassieke productenmodel (volledig afgeschermd via patenten) los te laten, maar het kan dus ook anders. En er zijn al enkele  voorbeelden:

  • Qualenica is een innovatieve farmaceutische onderneming gespecialiseerd in het “aan huis” maken van huismerkproducten van de klanten/aandeelhouders apothekers op basis van hoog-kwalitatieve methodes. Ze bieden op maat gemaakte winstgevende alternatieven voor de traditionele (voorschriftvrije) producten. Het businessconcept van de jonge initiatiefnemers heeft al verschillende awards gewonnen.

  • Het Farma Compendium is sinds 1984 een standaardwerk over het randassortiment in de apotheek is voor de apotheker van grote waarde aan de balie. Het Farmacompendium is inmiddels volledig raadpleegbaar online en het kan sinds 2008 'ingebouwd' worden in de apotheeksoftware. De redactie en het hele concept is sinds dertig jaar een voorbeeld avant la lettre van 'open innovation' samenwerking en crowdsourcing.

  • Op het Facebook Forum zocht moderator Lieven Maus enkele dagen geleden apothekers  die willen meewerken aan een farma-wiki-project. Een wiki (zoals wikipedia) is een samenwerkingsverband van mensen die dezelfde interesse hebben, en hun ervaring en kennis willen delen. In ons geval apothekers. De samenwerking gebeurt online. Technische kennis is niet vereist (enkel wat tekstverwerking). Het resultaat is voor iedereen toegankelijk. Als je geinteresserd bent, krijg je de link naar de (ontwikkelfaze van de) wiki, je registreert, en je kan meewerken.

Dirk BROECKX – 14 juli 2013

 

© 2012 Chris Anderson
(Nederlandse vertaling Ernst de Boer & Ankie Klootwijk)

ISBN 978 90 468 1388 1

www.nieuwamsterdam.nl/chrisanderson

REAGEER

 


‹‹‹Back






Copyright © 2024 Dirk Broeckx – All rights reserved.
Privacy beleid | Sitemap
Webontwikkeling Siteffect