Home What do we offer ? Contact Video

TRAININGS

8/08/2020 - Tijd voor de kentering

 

Het mondmaskerbeleid faalt. Tijd voor een kentering, op basis van wat wetenschappelijk bewezen is en met veel meer ruimte voor gedragskunde, heldere communicatie en lokale, multiculturele betrokkenheid.

Op de Turnhoutsebaan, midden in de Antwerpse Corona hotspot, keert een straatveger de stoep. Overdag, in de drukte. Zonder mondmasker. Een politiecombi rijdt traag voorbij, zonder reactie. Eén van vele tientallen situaties die ik als apotheker in een drukke winkelstraat dagelijks zie. Niemand die overtreders terecht wijst, laat staan verbaliseert. Toch waren stringente maatregelen in Antwerpen zogezegd nodig omdat alleen duidelijke regels konden gehandhaafd worden.

Dolk in de rug
In die context werd ik misselijk bij het lezen van het opiniestuk van UA Rector Herman Van Goethem (DS 5/8). Die begon zijn stuk met een terechte verzwijging naar het onderzoek van één van zijn professoren.

Microbioloog Sarah Lebeer toonde aan dat het (overbodig) dragen van mondmaskers schadelijk kan zijn: “Op het masker kunnen zich schimmels en bacteriën vermenigvuldigen. Mensen kunnen zelfs ziek worden van hun eigen bacteriën en virussen, vooral door een verstoring van hun microbioom. Daarbij krijgen bepaalde ziekteverwekkers de overhand. Als die zich op het masker vermenigvuldigen en een bepaalde drempel overschrijden, kan een masker meer schaden dan baten”(DS 29/7). Haar aanbeveling is helder en gebaseerd op de huidige kennis in het internationale onderzoek: een mondmasker dragen heeft alleen zin in omstandigheden waarbij dicht contact plaatsvindt met individuen/personen van buiten de bubbel op minder dan 1,5 meter afstand in binnenomgevingen met verminderde ventilatie.

Van Goethem gaat nog steeds de goede kant op, door te bevestigen dat elke maatregel noodzakelijk en proportioneel moet zijn en dat de communicatie met de bevolking duidelijk moet zijn. Maar plots ploft hij de dolk in de rug van zijn eigen professor en van heel de wetenschappelijke onderbouw van de Corona aanpak, door (in tegenstelling met al die wetenschappelijke evidentie) de intuïtieve en politieke overweging van gouverneur Berx te onderschrijven die meent dat “een algemene verplichting om een mondmasker te dragen effectief helpt om het aantal besmettingen substantieel te verminderen, op een manier die opweegt tegen de nadelen van het masker”. Dat zijn veronderstellingen en wetenschappelijk waarschijnlijk onzin.

Geen tijd voor opvoedend beleid?
Ik kreeg nog een tweede nausea. Ignaas Devisch beveelt aan de burger op te voeden om het masker op het juiste moment op te zetten. “We zijn daaraan toe, want mondmaskers worden een permanent onderdeel van het dagelijkse leven”, schrijft Van Goethem. Maar dan keert hij plots en onbegrijpelijk de kar: “Maar nu hebben we geen tijd voor zo’n beleid”.

We zijn intussen al ruim zes maanden ver in de Corona crisis. Hopelijk geen zes verloren maanden voor een legertje universitaire wetenschappers op vlak van gedragskunde, psychologie, communicatiewetenschappen, gedragseconomie… Allemaal samen hebben ze de nodige kennis en een waaier van culturen en talen, nuttig om de kosmopolitische bevolking van steden als Antwerpen aan te spreken. Ze zijn educatief onderlegd en het is hun job om studenten – en dus bij uitbreiding alle mensen – op te voeden en hun gedrag positief bij te sturen.

Waarom heeft de universiteit zoveel tijd verloren laten gaan “voor zo’n beleid”?

Een disproportioneel symbool
Is de veralgemeende mondmaskerplicht noodzakelijk en proportioneel?

Zoals ze momenteel in Antwerpen wordt beoefend in elk geval niet. Noch omwille van de eenvoud van handhaving (die manifest ontbreekt), noch omwille van de gezondheid-efficiëntie. Voor zo’n veralgemeende plicht ontbreekt elk wetenschappelijk bewijs.

Het mondmasker is een symbool geworden. Voor de gekende “experten” die graag dagelijks hun (vooral speculatieve) wijsheid verkondigen op het scherm. Voor politici, omdat ze denken daarmee Corona de baas te kunnen. Voor mij is het mondmasker een symbool geworden voor het falend vertrouwen in een stuntelende overheid. En de kleine groep dwarsliggers, die zich systematisch van geen enkele maatregel iets aantrekken? Ze lachen ermee; zonder mondmasker.

Daarnet wandelt hier in de drukke straat meermaals dezelfde man voorbij. Zonder masker, maar met een blikje bier in de hand. Straffeloos, want “ik was net iets aan het drinken” (wat mag zonder masker). Ik sta in de apotheek en heb moeite om mijn patiënten te begrijpen en mezelf verstaanbaar te maken; allemaal met maskers aan, langs weerskanten van een plexi scherm. Als we zo verder gaan, helpen we onze gezondheid én ons plezier in het leven nog meer om zeep.

Hoop op kentering
Ik verwacht van een rector dat hij zijn professoren door dik en dun ondersteunt wanneer ze de Corona-wetenschap vooruithelpen. Ik hoop dat zijn ploeg eens goed kijkt naar een resem landen ten Noorden. Daar hebben slimmere leiders begrepen dat je een beleid niet oplegt of afdwingt met een plejade straffe maatregelen. Je moet de bevolking aan boord krijgen. Dat doe je met een eenvoudig, helder beleid, op basis van het beetje dat wetenschappelijk vaststaat.

Ik hoop dus op een kentering, terug naar de kernboodschap:

  • Afstand houden.
  • Handhygiëne.
  • Thuiswerken & drukke plekken vermijden.
  • Extra voorzichtig bij ouderen en risicogroepen.

Dat geeft ruimte aan gedragskundigen en communicatie-experts om – lokaal en op maat de diverse sociale en culturele groepen – mensen terug te motiveren tot gedrag waarmee we samen het virus onder de knoet krijgen.

Geen one-size-fits-all. Het kan echt geen kwaad dat je soms even moet nadenken of nog beter, dat je even bij je buren moet navragen, welke regels in deze of gene situatie precies gelden. Precies zo krijgen mensen terug moed en voelen ze zich betrokken.

Dan hoef ik ook geen pilletje meer tegen misselijkheid, bij het lezen van de krant.

Dirk BROECKX

Even pragmatisch: hoe doen we het dan wel met mondmaskers ?

Mondmaskers hebben zin in bepaalde omstandigheden (zie studie Sarah Lebeer), maar niet wanneer je meer dan 1,5 meter van elkaar verwijderd bent. Maar hoe los je de handhaving dan op? Je kan toch niet met een meetstokje van 1,5 meter rondlopen?

Gebruik gedragskunde. Geef het individu letterlijk voldoende ruimte om van zijn vrijheid te genieten, maar stel anderzijds toch grenzen. Maak de regel zeker niet te scherp afgelijnd, want dan begint meteen de discussie over die "dunne lijn" tussen juist en fout.

Zorg dus voor vrijheid van handelen met wat marge. Wie echter duidelijk over de schreef gaat, moet weten dat hij kan en zal gestraft worden.

De regel:
"Je bent verplicht om steeds een mondmasker op zak te hebben en te dragen wanneer je te dicht bij mensen komt die niet tot je vaste "bubbel" behoren. (eigenlijk moet je dat zowel in publiek als privé doen !).
Wanneer je gedurende meer dan 5 minuten op meer dan 3 meter van andere mensen verwijderd bent, is het niet verplicht het mondmasker te dragen".

Ben je echter op een plaats waar je ongeveer 5 minuten op minder dan 3 meter van andere mensen bent, moet je het masker wel dragen.

Handhaving:
Politie kan sensibiliseren vanaf ongeveer 3 meter, maar verbalsieert pas wanneer mensen zich minutenlang op ongeveer 1,5 meter (of minder) van elkaar verwijderd zijn, zonder een mondmasker te dragen.

Logica:
Het verschil tussen 3 meter (die de mensen zelf  beoordelen) en 1,5 meter, (die de politie beoordeelt) waarbij men verbaliseert, zorgt voor de nodige interpretatieruimte voor het individu, maar geeft strikte duidelijkheid aan de politie. Het verschil is groot genoeg om makkelijk vaststellen of iemand in regel (van 3 meter !) al dan niet respecteert

Als burger krijg je terug de vrijheid om zonder masker te gaan en staan waar weinig mensen in je buurt zijn. Maar vanaf (ongeveer) 3 meter afstand zet je het wel op.

 

REAGEER

 


‹‹Back






Copyright © 2024 Dirk Broeckx – All rights reserved.
Privacy beleid | Sitemap
Webontwikkeling Siteffect